MIJN GOD WAAROM HEEFT U MIJ
VERLATEN
Er word mij vaak gevraagd wanneer ik met zen begonnen ben.
Maar interessanter is wat de aanleiding is, het is opvallend
hoeveel personen die een religieuze opvoeding hebben gehad in aanraking met zen
zijn gekomen.
Bij mij was dat niet veel anders, de christelijke
indoctrinatie heeft er bij mij flink ingehakt en heeft mij tot mijn 30e parten
gespeeld.
In mijn pubertijd begon ik te rebelleren, rationeel was god,
sinterklaas en de duivel dood.
Emotioneel was dat een heel ander verhaal vanaf mijn 16e ben
ik constant in gevecht geweest met god en de duivel, een Koan die ik pas op
mijn 30e doorbrak.
In mijn opvoeding kwam vriendschap nooit ter sprake mijn
ouders zijn door de oorlog platgeslagen en gezag was heilig.
De buiten wereld was eng en zondig.
Toen er een keer politie aan de deur kwam die mij wilde
spreken omtrent (een vriend) die was opgepakt, wilde mijn vader mij bijna zelf
naar het politiebureau brengen.
Mijn repliek was: ‘Als ze me nodig hebben dan zoeken ze me
maar, ik ben geen verrader’.
Er moest van alles, de zondagsschool, later kinderkerk en
catechisatie, de zondagen waren dood er
mocht niets.
En toch……...je komt niet op het idee om uit een gevangenis
te breken als je niet weet dat je in een gevangenis zit.
Ik snakte naar vrijheid en was niet in het gareel te houden,
maatschappelijke grenzen ik ging er moeiteloos overheen.
Ik begreep niet wat vrijheid was ik verwarde het met
tuchteloosheid.
Op mijn 17 e was ik matroos op een binnenvaartschip, dat is
toch een vrijgevochten bestaan.
Toch niet de schipper gebruikte mij als loonslaaf er moest
van alles.
Om kort te gaan ik ben in Manheim zonder 1 rooie cent van
boord gestapt en liftend terug richting Holland gegaan. Mijn idee over vrijheid
had alweer een deuk opgelopen.
Onderweg kwam ik een Amerikaanse deserteur tegen die al
enige jaren door Europa zwierf en de kneepjes van zwerven goed onder de knie
had.
We trokken een tijd samen op en hij gaf mij een boekje wat
‘On the road’ hete wat wel handig voor me zou zijn.
Ik kon wel wat overeenkomsten ontdekken met wat wij aan het
doen waren.
Mijn honger naar vrijheid werd alleen nog maar meer
aangewakkerd.
Rond mijn twintigste was ik naar India gelift en trok in Leh
van de ene naar het ene naar het andere klooster. Ik werd overal vriendelijk
ontvangen maar ook weer resoluut weg gestuurd.
Maar ja wat wist ik nou eigenlijk helemaal van het
Boeddhisme.
Ik werd flink ziek en meer dood dan levend aanvaarde ik
liftend de terug reis en belande in Istanbul in het ziekenhuis.
Er is altijd een aanleiding waarom iemand met zen begint en
dat kan soms een lang voortraject hebben,
Op mijn zoektocht naar vrijheid ben ik van alles tegen
gekomen Yoga, hare Krishna, youth for christ, en nog meer goeroes die je
bereidwillig je vrijheid weer afnamen. Ze beloofden van alles maar het enige
wat er gebeurde was dat er vanalles moest en je er financieel armer van werd.
Ik ben in 1978 met zen begonnen, dat was in een kapelletje
van franziskaner monniken.
Bij de eerste les ging er een knop om, er gebeurde
daadwerkelijk iets.
Mijn somberheid verdween mijn boosheid smolt weg en alles en
iedereen lachte me toe.
Het heeft me tot nu toe niet meer los gelaten.
De moeilijkheid van zen is, het is zo simpel dat voor je het
snapt je eerst de hele boekenkast in je hoofd van vooroordelen er uit moet
gooien.
Zen spreekt direct tot het hart en dat is eng dus zet je
snel een serieus masker op.
Academische maskers werken heel goed en vind dan maar eens
een zenmeester die je masker op tilt
en zegt ‘Kiekeboe’ , o, daar ben je.
Mijn leraar in Japan was er (zen) meester in ik heb vaak
vanuit de dokusankamer
horen
piepen ‘no, no roshi dont do it’. Hij wist alles weg te graaien, ‘Yes yes,
there is a source, give it to me I eat it for breakfast’
Waar geloof je in? Hiernamaals, reïncarnatie, Kwan Yin,
Boeddha god?
Welk concept zit aan je vastgeplakt als kauwgom en belemmert
je om dat wat je zoekt te vinden.
Natuurlijk je doet je best na een sesshin heb je de
kauwgom-gehechtheid van je hand geveegd om tot de ontdekking te komen dat het
nu aan je andere hand zit.
Als je dan van moedeloosheid met je handen in het haar zit
word het nog erger, dan ben je wel verplicht om je hoofd kaal te scheren en
monnik of Zenni (zen non) te worden.
Je toezegging om Zen’ni of monnik te worden zal tot een
ontmoeting met je gehechtheden leiden.
Natuurlijk ben ik een oude gek die niet weet waar hij het
over heeft, maar toch……..
Mag ik een poging doen om duidelijk temaken waar
zen-beoefening toe leid.
Elk mens is onderhevig aan verschijningsvormen we zijn er
met lichaam en geest aan vastgeklonken.
We geloven er in en ons geloof maakt ze bestendig.
Dit maakt ons tot mens.
Waar we niet aan kunnen ontsnappen is de wetenschap dat elk
begin een eind kent.
Elk mens weet dat hij/zij sterfelijk is.
Deze kennis is de grondslag van elke religie.
Religie geeft ons troost, verbondenheid, en overtuiging.
Nu is overtuiging de bron van verdeeldheid het is je
vastklampen aan je eigen gelijk, geloof en inzichten.
Hier naar leven, (geloof en je inzicht) brengt grote twijfel
met zich mee, wat ons weer dieper inzicht geeft in ons eigen bestaan.
Hierdoor kijken we met andere ogen naar ons zelf en de
wereld en het gevolg is honger naar meer inzicht.
Alles begint te schuiven, normen en waarde veranderen,
oordeel maakt plaats voor compassie.
God is geen wraakzuchtig persoon meer, maar een god van
liefde. (trouwens boeddha ging niet in op de vraag of er wel een god bestaat)
Kortom het beoefenen van religie verschaft inzicht en
ruimere verbondenheid met de heelheid van alles, (schepping).
In het verleden heb ik wel eens geschreven dat zen een
agressief wasmiddel is, het wast grote gaten in je ego.
De beoefening van religie drijft je naar de afgrond en dan
vraagt je leraar om een stap voorwaarts te
nemen.
Daruma zij tegen Huike ‘zen is niks voor angsthazen’.
Om zijn motivatie kracht bij te zetten hakte Huike zijn arm
af.
Religie zet je met je rug tegen de muur en dwingt je om los
te laten.
Wat een opluchting als je merkt dat wat je mee torste je
alle lucht en vrijheid ontnam.
Helaas stop je in het gat dat gevallen is je overtuiging,
geloof en inzicht.
Het ego is een kapstok die je hele identiteit
vertegenwoordigt.
Noem die kapstok voor het gemak IK.
Ik ben………. Vul maar in: zenboeddhist, vrouw, man, directeur,
putjesschepper enz.
Je rotsvast vertrouwen in dat wat aan de kapstok hangt van
jou is brengt een schok teweeg als je er iets van je kapstok verdwijnt.
Sommigen vechten om het wee terug te krijgen, anderen worden
depressief en sommigen zijn opgelucht.
Bijna niemand realiseert zich dat zijn/haar hele identiteit
‘smoke and mirrors’ is.
Het geloof er in is graaien in de leegte op een gegeven
moment schenkt Guan yin de barmhartige van het zuivere gehoor, duivels om je
kapstok leeg te roven en hangen je kapstok vol met.
ik ben ziek, ik ben invalide, gescheiden, weduwe. Je kunt
beter alles weg geven voor het je afgenomen word.
Nee dat valt niet mee, de grootste onder ons waren ondanks
hun ervaring en inzicht nog steeds een mens met gehechtheden. Christus riep
tijdens zijn ultieme beproeving: ‘Mijn god waarom heeft u mij verlaten’.
Gelukkig is er compassie en zijn er wegwijzers op het pad.
Bijvoorbeeld de berg Karmel van Johannes van’t Kruis
Met een zijn schets van de duizend bladige lotus maakt hij
het pad zichtbaar. Duizend bladige lotus omdat ik in de schets een hoofd of
schedel zie. In de rond geschreven tekst zie ik de ushnisha
(de uitstulping op het hoofd van boeddha)